Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Inzichtelijk omgaan met je nieren

redactie

Nierpatiënten kunnen nu hun gezondheidstoestand beter managen via de website www.mijnnierinzicht.nl.

De werkzaamheden van praktijkondersteuners zijn grotendeels gericht op het voorkomen van erger: cardiovasculair risicomanagement, hypertensiespreekuur, diabetescontrole, astma/COPD-spreekuur. Hypertensie en diabetes mellitus type 2 kunnen bijvoorbeeld leiden tot niet goed functionerende nieren. Praktijkondersteuner en huisarts doen er alles aan om dit te voorkomen, maar helaas lukt dat niet altijd. Wanneer de nierfunctie verminderd is en je patiënt een nierpatiënt is geworden, zijn er nog steeds tal van mogelijkheden om verdere achteruitgang van de nierfunctie te voorkomen of te vertragen. Zaken als therapietrouw, voeding, beweging, stoppen met roken, bloeddrukmeting en een goede energieverdeling over de dag spelen daarbij mee. De Nierstichting geeft patiënten hier bij voorkeur zelf de regie in. Om het zelfmanagement van nierpatiënten te bevorderen, fungeert: www.mijnnierinzicht.nl als ‘online coach’. Initiatiefnemer is nefroloog dr. Paul van der Boog, wiens bedrijf ook een dergelijke website voor dieetadviezen ontwikkelde. Hoewel gesteund door de Nierstichting en gratis voor nierpatiënten, is dit gegeven toch iets om in je achterhoofd te houden.
Nierpatiënten kunnen gegevens als voorgeschiedenis, medicijnen, voeding, activiteiten en roken noteren en bijhouden. Ook kunnen ze met behulp van zorgverleners doelen afspreken, zoals drie keer per week een uur wandelen. De website maakt vervolgens met grafieken en tabellen de resultaten visueel. Zorgverleners kunnen – met toestemming van de patiënt – de website gebruiken om te monitoren hoe het met de patiënt gaat. Al met al lijkt deze website een handig hulpmiddel, maar is het ook niet meer dan dat. Het vervangt in elk geval niet de begeleiding door deskundige zorgverleners. (Susan Umans)

Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2011, nummer 4

Literatuurverwijzingen: